Onderwijsorganisatie

Er wordt in de onderbouw in thema- en projectvorm gewerkt. Zo worden de kinderen aangemoedigd om de wereld te verkennen. Minimaal een keer per jaar werken wij met de hele school aan een groot project. 
De midden- en bovenbouw volgt het onderwijs in vak- en vormingsgebieden. Hier wordt o.a. gebruik gemaakt van bestaande methodes. Deze zijn de bron van het leer- en ontwikkelingsproces.   
Daarnaast zijn er elke dag activiteiten uit de methoden Trefwoord (godsdienstmethode) en Kwink.

Wij streven naar een doorgaande ontwikkeling van twee tot dertien jaar, waarbij het kind centraal staat. Bij het ‘zelfstandig werken en leren’ laten wij ons leiden door het GIP-model. Dit staat voor Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen. Het zelfstandig (leren) werken neemt een belangrijke plaats in op onze school, waardoor de kinderen actief betrokken zijn bij hun eigen doelen en resultaten. Ze leren taken te plannen en zelfstandig uit te voeren.
De kinderen van de groepen 1-2 geven op het activiteitenbord aan wat ze tijdens het speel- en werkuur gaan doen. Ze kiezen o.a. uit: de bouw- en constructiehoek, de letter- en schrijfhoek, de lees-en luisterhoek of een creatieve activiteit. De leerkracht begeleidt de kinderen en zorgt ervoor dat alle onderdelen evenredig aan bod komen. Vaak worden de 'hoeken' en activiteiten aangepast aan een thema.

De school werkt met een modern leerstofjaarklassensysteem: De kinderen volgen onderwijs in een groep met kinderen van dezelfde leeftijd. Het aanbod van ons onderwijs is georganiseerd in drie instructiegroepen: de basisgroep, de instructieafhankelijke groep en de plusgroep. Voor een enkele leerling wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Zo komen we tegemoet aan de onderwijsbehoefte van al onze leerlingen.
Door het zelfstandig werken en het werken met groepsplannenzijn de leerkrachten in staat binnen de groep naar tempo en niveau te differentiëren en hulp te geven. 
Naast verstandelijke ontwikkeling, kennis en vaardigheden (taal, lezen en rekenen), wordt er ook veel aandacht besteed aan sociaal emotionele ontwikkeling en creatieve vorming.

Tevens wordt er op Toermalijn gewerkt in clusters die per 2 groepen een cluster vormen. Zo hebben we een cluster 1/2, een cluster 3/4, een cluster 5/6 en een cluster 7/8.
Clusters zijn dus samenwerkende parallelgroepen en bestaan uit meerdere lokalen (lokaalgroepen). Deze groepen werken heel nauw samen en stemmen het onderwijs onderling af, wisselen ervaringen uit en bieden leerlingen de mogelijkheid om nog meer onderwijs op maat te krijgen.
Elke cluster heeft één leerkracht per groep (en wordt flexibel in de cluster ingezet) en één onderwijsassistent per cluster. De leerkrachten geven dus echter niet alleen les aan de eigen groep, maar andere kinderen uit de cluster kunnen aansluiten indien dit passend is.
Bij deze vorm van werken zien we gedeelde verantwoordelijkheid van de leerkrachten en ondersteuners voor alle leerlingen als belangrijk aandachtspunt.